Geologie

Van de kleinste regendruppel tot de krachtige rivier... water speelt de hoofdrol in de creatie van de wonderlijke ondergrondse wereld van Han. De grootse zalen en schitterende kalkafzettingen maken er een waar natuurlijk kunstwerk van.

Een geologisch kunstwerk van de natuur

Ongeveer 385 miljoen jaar geleden, werd de kalkrots gevormd waarin de Grotten van Han zijn uitgehold, op de bodem van de toenmalige zee.

Ze was het resultaat van een opeenhoping van resten van zeeorganismen die er leefden: koraal, schelpdieren... Deze sedimenten werden afgezet in verschillende horizontale lagen, strata genoemd, gescheiden door dunnere tussenlagen.

Verschijning van kalkmassief

Tijdens de Hercinische plooiing, zowat 300 miljoen jaar geleden, werd de ondergrond omgekanteld. Door het effect van de bewegingen van de aardkorst, werden de lagen kalksteen opgetild en geplooid, waardoor ze niet langer horizontaal lagen. Dit zorgde voor een eerste bergketen die volledig erodeerde om vervolgens weer een vlakte te worden in de periode van het Krijt, 130 miljoen jaar geleden.

Het is in die periode dat andere tektonische bewegingen scheuren deden uitrekken, waardoor ze geopend werden en waardoor water kon infiltreren en de fantomisatie startte. De kalk loste dus op in de overstroomde zone maar creëerde nog geen doordringbare speleologische grot.

Rotsfantomen en corrosie

Ondergronds werden elementen van de kalksteen opgelost op bepaalde plekken. Zo werden er rotsfantomen gecreëerd. De rots is er dan nog wel, maar heeft een deel van haar substantie en stevigheid verloren.

De kalksteen kreeg te maken met verschillende eroderende factoren. Het circulerende water in het netwerk van spleten en tussenlagen nam de rotsfantomen mee. Zo ontstonden er leegtes.

Nog andere fenomenen droegen bij tot de vorming van grotten en grotere kanalen: de oplossing of corrosie van de rots (kalksteen lost op in zuur water) en de mechanische erosie of abrasie, door de wrijving van harde deeltjes meegevoerd door de rivier tegen de wanden.

Doorheen de tijd, zakten de waterstromen in hun valleien en het niveau van het grondwater zakte ook, waardoor er overstroomde galerijen bloot kwamen te liggen. Het is in deze galerijen dat de kalksteenafzetting plaatsvond.

Druppelsgewijze vorming

Wanneer het regent, doorkruist het regenwater de humuslaag waar het kooldioxide opslaat, wat het licht zuur maakt. Vervolgens komt het regenwater aan in de rots, die het infiltreert via de spleten en kieren. Aangezien het water licht zuur is, lost het een beetje kalksteen op en neemt het mee.

Wanneer de waterdruppel toekomt op het plafond van een zaal of galerij, met minder koolstofdioxide dan de ingesloten lucht van de bodem, verliest het water een beetje koolstofdioxide waardoor het minder zuur wordt. Minder zuur, kan het water dus niet meer zoveel kalksteen bevatten. Het laat daarom wat kalksteen na op het plafond of op de bodem van de Grot, waar zich vervolgens kleine kristallen vormen: calciet.

Op die manier ontstaan er dus stalactieten, stalagmieten en tal van andere kalksteenvormen: kolommen, fistelachtige vormen, draperieën, gours...

Langzaam maar zeker...

De snelheid van de toename van kalkafzettingen hangt van verschillende factoren af: de zuiverheid van de kalksteen, de aanwezigheid van scheurtjes in de rots, de temperatuur, de hoeveelheid neerslag, de vegetatie...

Over het algemeen kunnen we stellen dat er maximaal één millimeter per jaar bijkomt. De kalkafzettingen vormen zich voornamelijk tijdens periodes van gematigd klimaat. Sommige die je ziet in de Grotten van Han, waren er al 400.000 jaar geleden, anderen ontstonden in de laatste 10.000 jaar, na de laatste ijstijd.

De kalkafzettingen kunnen verschillende kleuren hebben. Zuivere kalksteen is wit, maar klei en andere organische elementen die het water meevoert, kleuren de steen soms beige, bruin, grijs...